Mijn lief en ik zijn via de gouverneur
uitgenodigd bij een feestje van een chef die 10 jaar op zijn post zit. De beste
man kent ons niet maar dat maakt niet uit, er is altijd genoeg eten en hoe meer
zielen hoe meer vreugd. Een extra blank gezicht vergroot het aanzien daarbij
soms ook. We beginnen onze reis vanuit ons familiehuis in Lomé, trekken de
paarse deur achter ons dicht en houden op de zandweg waar het huis aan
ligt twee brommers aan om ons naar de taxistandplaats te brengen genaamd 'la
pirogue' (traditionele houten boot). Daar staat een hele rij auto's die dienst
doen als publieke taxi naar allerlei plaatsen. Zeg waar je heen gaat en iemand
wijst je de juiste auto. Nog even dubbelchecken of dit inderdaad een gedeelde
taxi is en maar hopen dat we niet te lang hoeft te wachten tot 'ie vertrekt.
Dat valt meestal wel mee, en om de boel wat sneller te laten gaan én om onszelf
wat meer comfort te geven betalen we voor een extra plaats op de achterbank
zodat we wat ruimer zitten. We zijn na drie kwartier rijden in Aného en gaan
eerst even langs een zus van mijn lief waar we, zoals vaker het geval is,
heerlijke vis eten vergezeld met een glas bisap (hibiscus drank) die de zus
zelf maakt en verkoopt aan huis, aan de dichtbij gelegen grensovergang met
Bénin en op verschillende lokale markten. Na het lekker maal voelen wij ons
weer energiek en springen we samen achterop de brommer van de vaste chauffeur
van de zus. De man ziet er prachtig uit met zijn lange witte doktersjas, een enorme
las-bril en een fietshelm. Uiteraard krijgen we heel wat bekijks, zo met zijn
twee op de brommer en een bijzonder geklede chauffeur, ik in het midden geplet
tussen hem en mijn lief. Nadat we Aného hebben verlaten slaan we een
landweggetje in en worden we omringd door prachtig groen en zien we hier en
daar een glimpje glinsterend blauw van het Togo meer. Prachtig!
We rijden door het dorp van de chef en langs de
plek waar de ceremonie al heeft plaats gevonden met dans en veel gepraat. Even
verderop zien we een enorme hoeveelheid dikke auto’s staan voor een groot huis
met een aantal politie agenten. Dit moet het zijn. We stappen af, groeten de
politiemannen en lopen direct naar de eerste etage waar een paar lange tafels
staan met allemaal prachtig geklede
mensen. We gaan iedereen langs en groeten
de mensen, mijn weinige kennis van de lokale taal wordt zeer gewaardeerd
terwijl ik zelf baal dat ik zo ontzettend langzaam vorder sinds al die jaren en
me voor de zoveelste keer voorneem om nu dan eens écht mijn best te gaan doen.
Na zo’n 50 tal handen geschud te hebben schuiven we een stoel aan bij de tafel
met de gouverneur. Ik kijk eens goed om me heen en mijn blik blijft hangen bij
de man naast, hij komt me erg bekend. Hij blijkt een voodoo priester te zijn
die ik een paar jaar geleden op een festival in Togo heb gezien, waarbij hij
via houten poppen met voorouders communiceerde. Hij is blij verrast dat ik hem
herken en ik ben blij dat ik het ergens over kan hebben met iemand die ik
verder niet ken. Eten wordt aangedragen door prachtig geklede vrouwen, maar we
slaan beleefd het eten af. Op het moment dat we besluiten op te stappen komt er
op de valreep nog een enorme taart tevoorschijn die met veel onthaal wordt
getoond aan alle gasten. Champagne wordt open getrokken met veel vuurwerk en
flitsen van fotocamera’s. Na het beleefde slokje taaien we dan echt af met de
gouverneur die ons een lift heeft aangeboden. Eenmaal buiten maken we nog gauw
een foto met prachtig uitgedoste gasten. En springen we in de eenvoudige auto
van de gouverneur die maar klein en simpel is vergeleken met alle grote
glimmende bakken die buiten de deur geparkeerd staan, bewaakt door die hele
batterij politie agenten. De gouverneur vraagt of we haast hebben want hij moet
nog even snel iemand groeten en daarom maken we een kleine omweg. We kunnen er
niet zoveel tegen inbrengen en zien wel wat komen gaat, we go with the flow. Na
een kwartiertje rijden over zandwegen en na even zoeken stoppen we voor een hek
wat een groot huis beloofd.
Even later zitten we in ruime fauteuils onder een
mango boom en kijk ik mijn ogen uit. Het huis ziet er smaakvol uit van de
buitenkant, niet zo-een met glimmende ramen en dito stenen, maar met mooie
balustrades en een smaakvol ingerichte tuin met grind, bamboe, palmbomen en
witte reigers van steen die her en der in het gras staan. Salsamuziek klinkt
uit het huis en de sterke drank staat in talrijke flessen uitgestald op het
glazen salontafeltje in de tuin. De gastheer haalt nog even een flesje wijn uit
zijn wijnkelder. Alle werelddelen vloeien hier zo ongeveer samen met invloeden
van Azië, Europa, Zuid Amerika en Afrika in het huis, de tuin, de muziek, de
drank, de gasten én de gespreksonderwerpen. Wát een verassing, het was de omweg
meer dan waard.